De A van AEGON is een vreemde letter. In één oogopslag zie je dat deze koploper veel verschilt van zijn volgelingen. Hij in smetteloos wit als enige op het scheve blauwe vlak, terwijl de andere volgen in stemmig zakelijk zwart. Het blauwe vlak en de letter horen bij elkaar, zijn onafscheidelijk. Sterker nog de A bestaat alleen dankzij het blauw. Bij het wegnemen van dit kleurvlak valt deze letter samen met de witte achtergrond en wordt onzichtbaar. En zo blijkt deze letter zich aan onze waarneming te kunnen onttrekken. Zie ik wel wat ik denk te zien? Berust mijn waarneming op werkelijkheid of is het schijn? Is de A een concrete letter of een suggestie?
Deze vragen bekruipen de kijker als hij de eerste letter van AEGON in ogenschouw neemt. De linkerpoot van de A is duidelijk weergegeven en ook het liggend streepje laat niets te wensen over, maar met de rechterpoot begint de verwarring. De letter is niet afgemaakt, wel in het blauwe vlak begonnen, maar daar buiten houdt hij op. “Tekenen is de kunst van het weglaten”, dacht de maker zeker. Een afgesneden stukje van de E en een ontbrekend hoekje op “verzekeringen” geven de indruk met een verlengde A te doen te hebben. Zeker weten doet de toeschouwer dat niet, zijn blik tast in het afwezige, een optisch bedrog speelt hem parten en op zijn netvlies trekt zijn verbeelding de ontbrekende lijnen.
Weet het ook dat wat het ziet maar voor een deel bestaat. Met het oor is het nog droeviger gesteld. Het trommelvlies vangt de onuitgesproken letter in het geheel niet op. De stomme A blijft een ongehoorde letter, een klinker die niet klinkt. Zelfs de best articulerende omroeper kan de A klank niet over zijn lippen krijgen.
De A ontgaat zijn toehoorder, zelfs de liplezende onder hen vangen dit signaal niet op. “Lees maar, er staat toch niet wat er staat”, schreef de dichter reeds wiens taak het is het onzegbare in woorden te vangen. Hieraan nu aan toe te voegen: “luister maar, je kunt het ook niet horen”. Deze uitspraak geeft ons logo een ongekende geheimzinnige kracht en dat alles dankzij die eerste vreemde letter.
Als het ooit een vraag geweest is of de A van AGO dan wel de E van ENNIA de eerste plaats van de nieuwe naam moest innemen, dan heeft de maker een unieke oplossing bedacht en beide letters een gelijkwaardige plaats toegekend.
De A het eerst gezien en de E het eerst gehoord, twee letters samen één klank. Dit kan geen wanklank zijn en daar gaat het toch om.

Dit artikel van Gerrit Sonnenberg is eerder gepubliceerd in InterAegon, 1984.